Naar hoofdcontent

Edwin Bannenberg haalt de buurt naar binnen in het Theehuis

06-06-2024
Verhalen uit de buurt
Theehuis

“Ons motto is simpel: wil je hier iets doen, ga je gang!”

Midden in het Westenenkerpark staat het Theehuis. Eigenaar Edwin Bannenberg heeft de naam nooit zelf verzonnen, buurtbewoners deden het voor hem. Zijn zoon inspireerde hem bij het uitdenken van een voorziening met een buurthuisfunctie, waar mensen die wat extra aandacht nodig hebben zich kunnen ontwikkelen. “Hij heeft het syndroom van Down en belandde naarmate hij ouder werd tussen wal en schip. Nergens was er echt een plek voor hem. Ik had in mijn loopbaan wat geld opzij kunnen zetten. Daar wilde ik iets mee doen.” Die ambitie werd de start van een opmerkelijk verhaal. En van zijn samenwerking met Stimenz.

Nadat Edwin het idee had uitgewerkt, zocht hij een geschikt pand. “Belangrijk was dat er het hele jaar door wat te doen moest zijn. Zo kwam ik op de combinatie horeca en fietsherstel. Bij feestjes of bijeenkomsten kunnen mensen die wat extra aandacht nodig hebben, meedraaien in de horeca. Hetzelfde geldt voor fietsherstel. Uiteindelijk viel mijn oog op deze oude gemeentewerf. Ook een stadsdeelmanager tipte het. Er was nog niks in de wijk, terwijl er wel behoefte was aan een buurthuisfunctie.”

Netwerk opgebouwd

Edwin had zich goed voorbereid. De voorziening moest bestaansrecht hebben en zichzelf kunnen bedruipen. “Daarom koos ik een pand midden in een buurt. Mensen die wat extra aandacht nodig hebben, horen gewoon in de buurt en niet aan de randen van de stad.” Hij gebruikt ‘mensen die wat extra aandacht nodig hebben’ heel bewust. “Daar stigmatiseer je niet mee en je sluit er niemand mee uit.” In 2015 startte de verbouwing. Het wekte direct de interesse van de buurt. Edwin: “Veel bewoners kwamen een praatje maken. In die periode zijn behoorlijk wat contacten ontstaan. Ook toen het project stil kwam te liggen, vanwege een vergunningskwestie, gaf dat weer mooie gespreksstof.” De kwestie sleepte jaren voort. De bewoners zorgden er uiteindelijk mede voor dat het Theehuis open kon gaan. Edwin: ”Een overbuurvrouw startte een petitie. Met als resultaat ruim 900 handtekeningen. Toen het Theehuis openging, was er zo ook al een netwerk opgebouwd in de buurt. Dat was heel bijzonder. Ik dacht dat de bouw gemakkelijk zou zijn en het betrekken van de buurt moeilijk. Het bleek andersom te zijn.”

Verbinden

Edwin vertelt het nu lachend. Hij voelt weinig behoefte terug te blikken op jaren die in het teken stonden van gedoe en rechtszaken. Nog voor het theehuis openging, was Edwin al gestart met het fietsenherstel. “Marlies van Stimenz liep hier op een dag binnen en vroeg wat er zoal speelde. In het gesprek dat volgde, kwamen we op de krakkemikkige fietsen waarop zijzelf en haar collega’s rondreden. Daar konden wij wat aan doen. Niet in het Theehuis, maar wel in de kelder bij Stimenz. Carla, een collega van Marlies, regelde dat. Zo hebben we daar anderhalf jaar fietsen gerepareerd. En van het een, kwam het ander. Carla zong in een koor dat geen repetitieruimte meer had. Ze vroeg of ze het Theehuis hiervoor mocht gebruiken. We hebben een houten vloer gelegd, voor verwarming gezorgd en de ruimte grondig opgeruimd. Nu repeteren hier vier koren! Ze oefenen twee uur, maar de laatste mensen gaan vaak pas twee uur na het zingen weg. Dat verbindende, het met elkaar praten, is enorm belangrijk en het biedt een perfecte gelegenheid om horeca te leren.”

Organische groei

Het is kenmerkend voor hoe het Theehuis groeit. Edwin: “Dat gaat heel organisch. Na corona wilden drie mensen een brei- en haakcafé opstarten om elkaar weer te ontmoeten. Inmiddels telt de groep zo’n 25 deelnemers. Maar er zijn hier nu ook groepen voor yoga, schilderen en tekenen, er is een textielcafé met naaimachines, een tuingroep, de vega-vrijdag, bewegen met kinderen en er zijn AED-trainingen. Ook de band met Stimenz is verder verdiept. Ze hebben hier paasactiviteiten georganiseerd, ABCD-trainingen aangeboden en de sociaal raadslieden houden hier hun spreekuur. Binnenkort is de Fietswerkplaats gereed. Dan kunnen we hier alle fietsen voor de Stimenz collega’s onderhouden. We werken ook aan een extra ruimte, zodat de medewerkers hier meer activiteiten kunnen draaien en kunnen werken. Ons motto is simpel: wil je hier iets doen, ga je gang! Als het maar aansluit bij onze doelstellingen: een open huiskamer voor de buurt, waar mensen die wat extra aandacht nodig hebben aan hun toekomst kunnen werken.”

Welkom gevoel

Inmiddels is Liesbeth aangeschoven. Ze is een actieve buurtbewoner en vrijwilliger bij het Theehuis. “Edwin zegt dat alles hier vanzelf gaat. Maar dat komt mede omdat hij iedereen een welkom gevoel geeft. Je mag hier zijn, graag zelfs! Zijn eerste vraag is altijd: wil je koffie? Daarnaast vindt hij veel leuk. Ook toen ik mijn idee opperde voor ‘Schilderen vanuit jezelf’. Hij zei: ‘Start maar gewoon en kijk wat het wordt.” Inmiddels schilderen hier nu wekelijks zo’n acht mensen die het fijn vinden om creatief bezig te zijn. Bijzonder is dat deze groep nu is ingebed in een groep van dertien Apeldoornse kunstenaars. Met elkaar hebben ze de expositie ‘Schilderen voor Vrijheid’ tot stand gebracht, die de komende weken in het Theehuis en later in het gemeentehuis te zien is. Iedere kunstenaar beschrijft wat vrijheid voor hem of haar betekent en voegt die tekst bij zijn werk. Maar uiteindelijk draait het om verbinding, voorbij ego’s. Je doet mee aan een expositie waarbij je niet weet wie eraan bijdragen. Met de vrijheid om te schilderen én verschillend te zijn.” Zelf werd Liesbeth vrijwilliger omdat ze denkt iets te kunnen bijdragen aan het welzijn van buurtbewoners. “Ik vind het belangrijk dat mensen een plek hebben om naartoe te gaan. Waar ze onderdeel kunnen uitmaken van een groep. Waar ze binnenkomen en begroet worden. Niks hoogdravends, zolang ze maar bezig kunnen zijn en ertoe doen. Een mens alleen verkommert. Al ben je fysiek en mentaal gezond, zonder mensen om je heen word je ziek. En als vrijwilliger hier word je gezien en erkend, je mag er zijn!”