“Je moet niet voor bewoners gaan denken”
Stimenz is altijd in ontwikkeling. Medewerkers verbreden hun kennis dagelijks in het contact met inwoners, door samen te werken met partners en te leren in en met de wijk. Aart de Graaf werkt acht jaar als buurtregisseur bij Stimenz. Sinds vorig jaar combineert hij zijn functie met de master Community Development. “Het is echt een verrijking van mijn werk.”
Aart: “Ik heb altijd al het idee gehad om nog eens een master te gaan doen. Op een gegeven moment kwam ik op een punt in mijn loopbaan waar ik behoefte had aan een volgende, verdiepende stap. Wat kan ik, wat wil ik? Mijn werk als buurtregisseur vond en vind ik nog steeds leuk, maar ik wil mezelf ook graag blijven uitdagen en ontwikkelen. Zo kwam ik bij de master Community Development terecht, een opleiding die helemaal in de lijn van mijn werk ligt.”
Aanbellen en contact maken
Aart: “Alles wat ik leer, verweef ik direct in mijn werk. Ik wil weten hoe iets theoretisch in elkaar steekt, maar het ook kunnen ervaren in het contact met mensen in de wijk, in de praktijk van alledag. Niet vanaf een afstand, maar door zelf met mijn onderzoeksgroep mee te doen. Zij vormen de community in de wijk! Je probeert van alles uit, maar wel samen en waarden gedreven. Dat is het participatief actieonderzoek dat ik uitvoer in mijn eigen werkgebied.” Binnen dit onderzoek moest Aart zich focussen op een buurt. Het werd de Warenargaarde in Apeldoorn Zuidoost, een buurt waar het anders wonen is in huur- dan in koopwoningen. Aart: “Ik was nieuwsgierig hoe bewoners het wonen er zelf ervaren. Daarom ben ik de wijk in gegaan; om contact te leggen en bewoners te leren kennen. Ik begon bij het eerste blok, dichtbij het winkelcentrum, zo’n 35 woningen met een 50/50 verdeling van huur- en koopwoningen. Daar ben ik in de eerste periode veel geweest, om er een vertrouwd gezicht te worden, eerst samen met mijn collega, buurtwerker Ilonka. Daarna alleen. Eerst gewoon aanbellen en contact maken. Dat is gelukt. Dat proces doorloop je niet alleen met de bewoners, maar ook met de aanwezige organisaties in de buurt zoals de woningcorporatie.”
Vertrouwen opbouwen
Vanaf het begin is Aart open geweest over zijn onderzoek. “Zolang ik maar beloofde terug te komen, vonden bewoners het prima,” zegt hij. In februari organiseerde hij een bewonersavond om zijn eerste bevindingen te delen. Aart: “Ik vond het wel even spannend of er iemand zou komen, heb ik genoeg vertrouwen opgebouwd? Uiteindelijk kwamen er bewoners van 10 adressen. Tijdens deze avond heb ik gedeeld wat bewoners mij verteld hebben.” Uit de gesprekken die avond bleek dat veel bewoners eigenlijk heel tevreden zijn over het wonen in de Warenargaarde. Ze wonen dichtbij een mooi winkelcentrum, vlakbij het park. De meesten wonen er al vrij lang en hebben goed contact met de buren. Ze helpen elkaar en ondernemen samen van alles. Onderling contact tussen de bewoners van de huur- en koopwoningen was er daarentegen niet, zij kenden elkaar alleen van gezicht. Ook in het contact met de woningcorporatie bleek het belang van onderlinge relaties. Aart: “Vroeger kenden de bewoners de woningconsulenten van de woningcorporatie bij naam. Dan is het contact gemakkelijker en de relatie vertrouwder. Dat zouden ze graag weer terugkrijgen. De bewoners vroegen of ik namens hen het gesprek met de woningcorporatie kon aangaan. Dat kan, maar ik heb nog veel liever dat ze dat zelf doen!”
Van binnenuit de buurt werken
Samen met de bewoners, gemeente, de woningcorporatie en een zorgorganisatie uit de buurt organiseerde Aart vervolgens een Social Design-sessie. Aart: “De centrale vraag was: hoe willen we samenwerken in de Warenargaarde? Via een fotokaartenspel konden de bewoners en de aanwezige partijen aangeven welke waarden zij belangrijk vinden in de samenwerking. De partijen gaven aan dat ze zichtbaar en benaderbaar willen zijn voor de buurt, wat goed aansloot bij de wens van de bewoners om het contact te verbeteren. Aart: “Professionals vinden ook dat bewoners in the lead moeten zijn. En dat alle ervaringskennis van bewoners de basis moet zijn voor veranderingen in de buurt. Daar was ik echt heel positief verrast over. Er gebeuren echt wel nare dingen in buurten, maar als je mensen spreekt, ervaar je ook die andere kant. De tevredenheid, de motivatie om met elkaar van alles te doen en betekenen. In een portiek kreeg ik bijvoorbeeld contact met een aantal alleenstaande vrouwen. Zij vertelden dat ze goed wisten wat het is om alleen te wonen. Ze vormen nu een soort voorzorgcirkel, zonder dat ze zo genoemd willen worden. Die kant van onderlinge hulpbereidheid en informele oplossingen leer je alleen kennen als je er bent, van binnenuit de buurt werkt.”
Samen doen en klein beginnen
Hoewel het onderzoek nog niet is afgerond, heeft Aart in het eerste half jaar al verschillende inzichten opgedaan. “Het is geen hogere wiskunde, maar je doet in zo’n traject steeds nieuwe inzichten op. Daarnaast leer je veel over jezelf. Over hoe je wilt werken en vanuit welke waarden. En dat je keuzes moet maken die daarbij passen, zodat je trouw aan die waarden kunt blijven. Asset Based Community Development, onze manier van werken, draait voor mij om relaties aangaan, continuïteit bieden, een lange adem hebben en organisch werken, niet per se projectmatig. Mijn partner vroeg mij een keer: het is jouw traject, wat wil je nou eigenlijk zelf? Dat was de beste vraag die ik kon krijgen. Je probeert dingen uit en onderweg krijg je steeds scherper wat wel en niet past.”
Door dit onderzoek is Aart zich er nog meer van bewust geworden hoe belangrijk het is om in de buurt steeds weer terug te gaan naar de bewoners. Aart: “Je moet het echt samen met hen doen en niet voor ze gaan denken. Daarnaast heb ik ervaren dat het echt loont om klein te beginnen in een buurt. We hebben de neiging om te hoppen tussen verschillende gebieden, om de hele buurt maar te bedienen, maar dan kun je niet bouwen aan relaties. Die moeten echt groeien en dat vraagt continuïteit en tijd. Door veel aanwezig te zijn op één plek en dat vol te houden, kan er echt verbinding ontstaan in de buurt.”